Foamglas stelt een revolutionaire doorbraak voor in cellenglas. De nieuwe variant Foamglas T3+ haalt dankzij een innovatieve technologie en jaren van onderzoek een lambda-waarde van 0,036 W/mK, en doet daarmee ruim 12% beter dan zijn voorganger T4+.
Foamglas is vooral bekend als stijf isolatiemateriaal met een uitzonderlijke combinatie van eigenschappen, zoals een buitengewone druksterkte, een uitstekende isolatiewaarde en een unieke brandweerstand. Met cellenglas worden ook koudebruggen voorkomen, omdat er dankzij de druksterkte rechtstreeks op gebouwd kan worden. De eigenschappen blijven generaties lang behouden omdat ze ongevoelig zijn voor water(damp), krimp, schimmel, corrosie en temperatuurswisselingen. Foamglas wordt dan ook toegepast in de hele bouwschil (van ondergrondse muren tot daken) en in de meest uiteenlopende toepassingen (van parkeerdaken en zwembaden tot veeleisende veiligheidsomgevingen zoals ziekenhuizen of de chemische industrie).
Doorbraak in de industrie
Met de nieuwe variant FOAMGLAS® T3+ gaan er nieuwe deuren open. Na meer dan vier jaar onderzoek en ontwikkeling hebben medewerkers van Foamglas een nieuwe technologie ontwikkeld, waardoor het isolerend vermogen van Foamglas met ruim 12% wordt verbeterd (van λ=0,041 naar 0,036 W/mK). Daarmee moet Foamglas® niet meer onderdoen voor andere soorten minerale isolatie.
Wat is cellenglas?
Cellenglas of cellulair glas ontstaat wanneer glas door vergassing van koolstof een celstructuur krijgt.
De grondstof voor Foamglas is minstens 60% gerecycleerd glasmateriaal (vooral autoruiten), aangevuld met minerale stoffen zoals zand, dolomiet en ijzeroxide. In een smeltoven wordt dit mengsel tot glas gesmolten, in een maalinstallatie verpulverd en uiteindelijk vermengd met een kleine hoeveelheid koolstofpoeder. In een tweede oven wordt dit poedermengsel opnieuw verhit, ontstaan miljoenen minuscule, hermetisch afgesloten glascellen en ‘rijst’ het mengsel tot het de vorm aanneemt van hardschuim. Het zijn deze glascellen die Foamglas zijn uitzonderlijke kwaliteiten verlenen. De hele productieketen is nagenoeg afvalvrij. Het stof dat vrijkomt gaat via een afzuigsysteem terug naar het begin van de productieketen en wordt grotendeels hergebruikt voor de productie van nieuw cellulair glas; de rest wordt samen met steenpuin vermalen tot vulmateriaal of hergebruikt in de productie van bakstenen.
