slider
Bouwen / Energie

Eerste aardwarmtecentrale van de Benelux

In de zoektocht naar meer duurzaamheid probeert Eandis zo veel mogelijk gebruik te maken van de energie die de natuur ons biedt. Daarom start Eandis binnenkort met de aanleg van een warmtenet dat de energie van de nieuwe geothermische centrale in Mol aanwendt voor de verwarming van honderden gebouwen in de buurt.

Hoe werkt het? 

Een geothermische centrale, zoals die van VITO in Mol, wendt hoge temperaturen uit onderliggende aardlagen aan om op een duurzame manier aan de energienoden aan de oppervlakte te voldoen. Deze centrale pompt heet water van ongeveer 130 °C van meer dan 3 kilometer diep naar boven. Dat water wordt via warmtewisselaars afgekoeld tot 90 °C zodat het kan worden toegepast voor de verwarming van woningen, bedrijven, scholen, enzovoort. Het gebruikte water (het is nu nog maar 40 °C meer) stroomt nadien terug naar de centrale waar het opnieuw wordt opgewarmd.

Maar voordat het zover is, moeten natuurlijk eerst de buizen voorzien worden om dat warme water van A naar B en weer terug te brengen. Een warmtenet, een netwerk van geïsoleerde buizen, zal hiervoor zorgen. Samen met de gemeenten Dessel en Mol, VITO en het Kempens Warmtebedrijf is Eandis volop bezig met de ontwikkeling en bouw hiervan en voorziet de eerste bedrijven en particulieren al vanaf 2018 aan te sluiten.

Het warmtenet in cijfers

Het warmtenet zal in totaal ongeveer 30 kilometer beslaan en zich vanaf de geothermiecentrale aan het kanaal Bocholt-Herentals uitstrekken over Mol en Dessel. Daarbij hoort ook een onderboring van het kanaal, zodat de binnenscheepvaart niet wordt verstoord.

Als het project volledig gerealiseerd is, zullen 1.800 gebouwen er op aangesloten zijn. Dit warmtenet zal uiteindelijk ongeveer 22 600 ton CO2 per jaar uitsparen, vergelijkbaar met een bos van 112 500 bomen.